afb. Tony Zeeuwe
Hooge Steenweg, in een nis in de Ruische Poortafmetingen: 30 x 100 cmmateriaal: natuursteen datering: 1927 vervaardigd door: Jac. Goossens De Ruische Poort dateert uit de eerste helft van de zestiende eeuw en vormde toegang tot het refugiehuis van het klooster Mariënhage te Eindhoven. In 1629 moesten de geestelijken het pand verlaten en in 1648 werd het aangekocht door Johan Ruisch, aan wie de poort haar naam dankt. In 1924 werd de poort eigendom van de gemeente 's-Hertogenbosch, die tot restauratie besloot. Deze vond plaats in 1927 (zie steen in de achterzijde van de poort): De pleiserlaag die erop zat werd weggehaald en in de oorspronkelijke baksteen werd een nis aangebracht., waarin een Mariabeeld werd geplaatst, vervaardigd door Jac. Goossens.50 | 40 |
Noten | |
50. | Mondelinge informatie van dhr. Van Grinsven, secretaris van de Vereniging Stille Omgang. |
Boven in de Ruische Poort staat in een nisje een Mariabeeld. De Ruische Poort, die in de eerste helft van de zestiende eeuw is gebouw, vormde de toegangspoort tot het Refugiehuis van het klooster Mariënhage te Eindhoven, bij Bosschenaren beter bekend als de voormalige pastorie van de Sint-Pieter. Na de val van Den Bosch in 1929 moest ook dit Refugiehuis door de geestelijken verlaten worden. Hierna ontstond verwarring over het eigendomsrecht. Toen de prior van het klooster Mariënhage het Refugiehuis op vier maart 1648 aan Johan Ruisch verkocht, is deze koop namelijk niet wettelijk erkend.
Het pand bleek inmiddels domeingoed van het Huis van Oranje te zijn. Ruisch, in dienst van de Staten Generaal als „commissaris ordinaris van de monsteringe over de garnizoenen van 's-Hertogenbosch en haar forten”, was verplicht het bezit opnieuw te kopen. Hij kocht het voor de tweede keer van de rentmeester van de Domeinen van het Huis van Oranje: Johan Stappaerts. Aan deze eigenaar Johan Ruisch dankt de Poort haar naam.
In 1747 kwam het geheel in bezit van Lambertus Hoeks, rooms-katholiek priester. Uit zijn testament van 14 juli 1759 bleek dat het bovenhuis dat zich vroeger boven de toegangspoort bevond, afgebroken was. Overigens bestemde hij in hetzelfde testament het voormalige Refugiehuis tot pastorie van de parochie Achter De Tolbrug. Hier stond namelijk een kerkschuur. Schuilkerken werden in die tijd tegen betaling getolereerd. Het voormalige Refugiehuis werd zo pastorie, eerst van de kerkschuur, later van de Sint-Pieter.
Ook de Ruische Poort en het daarachter gelegen straatje waren eigendom van de parochie tot in de twintigste eeuw. In 1922/23 wordt er gesproken over restauratie van de Poort door Van Heeswijk, restauratie-architect van de Sint Jan. In 1923 nam burgemeester Van Lanschot contact op met pastoor Mutsaers om te komen tot overdracht van de Ruische Poort aan de gemeente en eventueel het daarachter gelegen straatje. Hiertoe was toestemming nodig van de bisschop, mgr. Diepen. Deze gaf op 10 oktober 1923 toestemming tot verkoop van de Ruische Poort.
Toch zou de Bossche gemeenteraad pas op 26 april 1927 het besluit nemen om het eigendom te aanvaarden van de eigenlijke Ruische Poort en deze te restaureren. Her restauratieplan moest in overleg met het kerkbestuur tot stand komen. Voorts mocht de gemeente geen versieringen of beelden in de Poort aanbrengen, tenzij met toestemming van het kerkbestuur. Vóór de restauratie was de poort van boven bepleisterd en beschilderd. Ook stond er al een Mariabeeld, afwijkend van en groter dan het huidige beeldje.
Bij de restauratie kwam er een nis boven de poort. Of hierin direct na afloop van de restauratie het huidige beeldje is geplaatst, is niet helemaal duidelijk. In ieder geval staat dit Mariabeeld al op een foto uit 1941. De straat „Ruische Poort” (ook bekend als de Pastoorspoort) en het plein vóór de Sint-Pieter werd in 1935 gemeente-eigendom.
|
1984 |
Henny MolhuysenOe gotte kčk daor : Mariabeeld in Ruische PoortBrabants Dagblad donderdag 24 mei 1984 (foto) |